Snijd de groenten in dobbelsteentjes en vermeng ze met de tomatenpuree, de kruidenen een klein scheutje water.
Voeg de eiwitten toe en klop het geheel goed los.
Voeg er de fijngemalen, niet gepelde garnalen bij en giet er de gevogeltefond op.
Breng aan de kook en roer met een houten lepel zeer regelmatig, zodat de eiwitten niet verbranden.
Laat 50 minuten op laag vuur trekken (laat niet meer doorkoken en roer zeker niet meer; de koek, gevormd door de eiwitten, mag niet worden gebroken).
Zeef de bouillon door een vochtige neteldoek.
Snijd de garnituurgroenten in fijne dobbelsteentjes en kook ze in kokend gezouten water beetgaar.
Verfris ze en laat ze dan uitlekken.
Doe het garnituur en de gepelde garnalen in een voorverwarmde soepterrine.
Giet de consommé erover en voeg er de kervelplukjes bij.