Verwarm 350 gr honing met 100 gr suiker en 100 gr boter, zodat de suiker oplost.
Het mengsel tot lauw laten afkoelen en er 1 ei, 1 el citroenrasp (potje), 1 el cacaopoeder, 2 el speculaaskruiden en elk ½ tl gemberpoeder, nootmuskaatpoeder, kaneel en koriander doorroeren.
Dan 500 gr bloem met 1 tl bakpoeder zeven, de honingmassa toevoegen en het geheel tot een stevig, soepel deeg kneden.
Dit in plasticfolie verpakken en een hele dag op kamertemperatuur laten rusten.
Na een dag het deeg opnieuw doorkneden en het op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van 1 cm dikte uitrollen.
Er figuurtjes uitsteken of uitsnijden en aan de bovenkant met een dikke satéprikker een gaatje maken.
Leg de vormpjes op een met bloem bestoven, niet ingevette bakplaat en bak ze in een warme oven (180°C) in 20 minuten gaar.
De koekjes lossteken, op een rooster laten afkoelen en 3 dagen in een trommel leggen, samen met schijfjes appel.
De koekjes worden dan taai en kunnen versierd worden.
Daarna worden de koekjes opgehangen aan raffialintjes, die versierd zijn met een belletje.