Wel de rozijnen in het water.
Maak de rabarber schoon (schillen is niet nodig), snijd ze in gelijke stukken, was die en laat ze goed uitlekken.
Los de suiker in het water op, breng het aan de kook en laat de rabarber hierin, zonder echt te koken, in 10-15 minuten zacht worden (dus niet tot moes koken).
Schil de appel, snijd hem in blokjes en verwarm die samen met de gewelde rozijnen de laatste 5 minuten met de rabarber mee.
Laat de rabarber afkoelen en bind het vocht zo nodig met wat aardappelmeel.
Klop de gembersnippers en de siroop luchtig door de crème fraîche en breng op smaak met basterdsuiker.
Schep de afgekoelde rabarbercompote en de crème fraîche luchtig door elkaar.
Doe de compote in coupes of in een schaal en zet die koel weg.