Doe één kilo bloem in een kom.
Maak een scheutje van de melk warm in de magnetron en gebruik dat om in een kommetje de gist in op te lossen.
Doe dit mengsel bij de bloem, samen met de rest van de melk, de citroenrasp en het zout.
Gebruik een garde of mixer om hiervan een slap, klef deeg te maken.q
Zet het deeg op een warme plek, het liefst op de kachel, met een natte theedoek erover en laat het rijzen tot dubbele grootte.
Maak, terwijl het deeg rijst, een soezenbeslag.
Doe het water in een sauspannetje en zet dit op een laag vuur.
Los de boter helemaal op in het water.
Voeg 150 gram bloem toe en roer dit goed door (zeven helpt).
Het deeg wordt nu een klont.
Voeg nu één voor één de eieren toe, en roer iedere keer door totdat het deeg begint te glanzen.
Roer het soezenbeslag door de kom met oliebollenbeslag (niet mixen!), en voeg ook de rozijnen toe.
Laat het beslag opnieuw rijzen tot dubbele grootte.
Schep met een ijsschep, of met twee lepels, ongeveer 4 oliebollen per keer in een frituur van ongeveer 180 graden.
Gebruik verse zonnebloemolie voor de frituur!
Laat de oliebollen uitlekken op wat keukenpapier.
Liefst dezelfde dag nog opeten met wat poedersuiker
