Maak van 25 g boter, 25 g bloem, 2½ dl melk, zout en peper een béchamelsaus.

Was de aubergines, droog ze en verwijder de steel en snij ze in de lengte doormidden.

Strooi er zout over en laat ze 30 minuten uitlekken.

Bestrooi de vleeskant met bloem.

Verhit de olie in een pan en bak hierin de aubergines, eerst met de bloemkant naar beneden en daarna de andere kant.

Laat ze uitlekken en haal er voorzichtig met een lepel het vruchtvlees ui, zonder de schil te beschadigen.

Maak er puree van en meng deze door de béchamelsaus.

Schil de uien en hak ze fijn en laat ze glazig worden in de rest van de boter.

Meng ook dit weer door de béchamel.

Werk er ook de twee eierdooiers door.

Voeg er wat paprikapoeder bij.

Klop de eiwitten zeer stijf en meng ze voorzichtig door de béchamel.

Vul met dit mengsel de aubergines en bestrooi met de geraspte kaas.

Zet ze 15 minuten in een oven van 180ºC.

Laat ze gratineren en souffleren.