Doe de suiker met het water in een steelpan en laat hem op laag vuur smelten.
Spoel intussen een vel boterhampapier met koud water af en leg het op een tafel of het aanrecht.
Besmeer de borstplaatvorm met boter en leg hem deze op het boterhampapier.
Roer met een houten lepel door de suikermassa.
Laat de lepel, als de suiker is gesmolten, uitdruppelen terwijl u de pan van het vuur haalt; trekt de laatste druppel een dun draadje, dan is het mengsel goed van dikte; zo niet, laat dan nog heel even koken en controleer de laatste druppel weer.
Neem de pan van het vuur en blijf flink roeren tot de massa iets dikker begint te worden - dit is ook te horen aan het iets krassende geluid dat de lepel in de pan gaat maken.
Schenk het mengsel in de voorbereide borstplaatvorm en laat de borstplaat afkoelen.
Zet de vorm na ± 1/2 uur op zijn kant en neem hem na nog een tijdje voorzichtig van de borstplaat.
Laat de borstplaat helemaal koud worden.