Vermeng in een kom de gist, 2 eetlepels melk, 1 eetlepel bloem en 15 gr
suiker en laat dit afgedekt met plasticfolie 10 minuten op een warme plek
staan.
Klop in een grote kom het ei, de eidooier, 2 eetlepels melk en 125 gr suiker
dik en lichtgeel.
Roer er in gedeelten de rest van de bloem en het zout door en voeg daarna het
gistmengsel, de citroenschil, de vanillesuiker en de boter toe.
Vorm het deeg tot een bal en kneed nog 4-5 minuten stevig door.
Leg de deegbal in een ingevette kom en laat hem afgedekt met plasticfolie ±
1 uur op een warme plek rijzen tot de hoeveelheid is verdubbeld.
Vulling:
Vermeng alle ingrediënten voor de vulling.
Druk het deeg plat tot een deeglap van ± 45-30 cm.
Verdeel de vulling over het deeg, laat aan de zijkanten 21/2 cm vrij.
Rol het deeg op, verdeel het in 6 gelijke stukken en vorm de deegstukken tot
ronde broodjes.
Leg de broodjes in een krans op de bakplaat en laat ze afgedekt met een doek
nog ± 1 uur op een warme plek rijzen.
Afwerking:
Verwarm de oven voor op 200°C.
Bestrijk de broodjes met losgeklopt ei en bak ze ± 35 minuten in het midden
van de oven.
Schakel de oven na 15 minuten terug naar 175°C.
Laat de broodjeskrans op de bakplaat afkoelen.