Tijdens de aardappeloogst huurden de West-Brabandse boeren nogal veel extra personeel voor het rooien en rapen van de aardappelen. Als de oogst binnen was en het aardappelloof lag te branden op de akkers, werden alle arbeiders getrakteerd op pannenkoeken met stroop. Het waren vrij dikke gist-pannenkoeken, gebakken in vet of reuzel in een pannenkoek met een doorsnede van wel ca. 30-40 cm.