Hak de ui, de peterselie, de prei en de bleekselderij in stukken en fruit
deze in een klontje boter goudgeel.
Giet de bouillon erbij en breng dit aan de kook.
Snijd de kip in stukken, doe de stukken bij de bouillon en laat dit in een gesloten pan ongeveer een uur zachtjes doorkoken.
Maak van de 30 gr bloem en de 30 gr boter een roux en laat de roux in ± 3 minuten gaar, maar niet bruin, worden.
Giet er langzaam 1/2 liter van de bouillon bij en breng dit, nog steeds roerend, aan de kook.
Maak de roux op smaak met een snufje nootmuskaat.
Doe nu de roux bij de soep en laat die een kwartiertje zachtjes doorkoken.
Klop vlak voor het serveren 1 eidooier los met 1 dl room, het sap van de halve citroen en een paar lepels van de warme soep en giet dit, van het vuur af, al roerende bij de soep.