Kneed van de boter, de bloem en de suiker vlug een samenhangend deeg en rol dit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 1/3 cm uit en steek er met een vrij grote borstplaatring flinke ronde koeken uit.
Leg de helft van de koeken op een met boter ingesmeerd bakblik en leg ± 20 gr amandelspijs op een hoopje in het midden van elke koek.
Bevochtig de rand van de koeken met een kwastje en bedek ze met een tweede lapje deeg.
Druk de randen goed stevig op elkaar.
Bestrijk de bovenkant met wat geklopt ei en druk er een halve gepelde amandel in.
Bak de koeken ± 25 minuten in een matigwarme oven mooi bruin.
De geraspte schil van 1 citroen
Pel en maal de amandelen, meng ze met de suiker, het ei, en de geraspte citroenschil en maal dit nogmaals door de amandelmolen.
Kneed het mengsel enige tijd goed door elkaar en bewaar het in één of meer goed gesloten potten.
Hoe langer het staat, hoe beter het van smaak wordt; 4-6 weken is geen bezwaar, als het goed van de buitenlucht is afgesloten.