grissini

Grissini

Wie kent ze niet, de vaak oneerbiedig soepstengels genoemde GRISSINI.
Grissini zijn van oorsprong ontstaan in Turijn in de regio Piemonte in het noordwesten van Italië waar volgens de overlevering de hofbakker vanwege eetproblemen van de koning van Italië een licht, krokant gebakken broodstengel bedacht. De grissini veroverenden eerst heel Italië en vervolgens de hele wereld.
Terwijl de ‘echte’ grissini-bakkers in Turijn wedijveren wie de langste en dunste broodstengels kan bakken, houden wij het bij de verse grissini bij Angli Angeli, het restaurant in ons dorp Pertegada. Kok Andrea Tria maakt overheerlijke verse grissini, lekker lang en knapperig. Waarom zou ik zelf grissini gaan bakken, wanneer ik op loopafstand zulke lekkere kan oppeuzelen.
Deel op Facebook Recept afdrukken

Ingrediënten

  • 300 gram bloem en extra bloem om te bestuiven
  • 200 ml water lauwwarm
  • 30 ml olijfolie
  • 15 gram gist bij voorkeur verse gist
  • 5 gram suiker
  • 5 gram fijn zeezout

Instructies

  • Doe de verse gist en de suiker in een kom en voeg in delen het lauwwarme water erdoor en laat het mengsel ongeveer 10 minuten staan, totdat het schuimig is (gebruik je gedroogde gist, volg dan de aanwijzingen op de verpakking).
  • Doe de bloem en het zeezout in een grote kom.
  • Maak een kuiltje in het midden en giet hier het gistmengsel in.
  • Doe hier ½ eetlepel olijfolie bij en meng alles tot een stevige deegbal.
  • Leg de bal op een met bloem bestoven werkvlak.
  • Kneed het deeg (met gewassen en goed gedroogde handen) nogmaals 5 tot 10 minuten (afhankelijke of je warme of koude handen hebt, totdat het glad en soepel is en glanst.
  • Voeg nu liefst nog geen extra bloem toe – hoe natter het deeg, hoe beter.
  • Mocht het deeg toch te veel blijven plakken, wrijf dan je handen in met een beetje bloem.
  • Het deeg moet nu vrij zacht zijn (wanneer het echt te zacht is, kun je er een beetje extra bloem door mengen).
  • Om te controleren of het deeg goed is, rol je het op tot een dikke ‘worst’.
  • Neem in elke hand een uiteinde, til het op en rek het iets uit.
  • Beweeg het deeg zachtjes op en neer.
  • Wanneer dit nog niet heel gemakkelijk gaat, moet je het deeg nog wat langer kneden.
  • Het lijkt heel gecompliceerd, maar wanneer je vaker iets met brooddeeg hebt gemaakt, zal je het zelf wel kunnen aanvoelen.
  • Rol het deeg met een deegroller uit tot een dunne rechthoek, bestrijk het met olijfolie en rol het deeg op.
  • Druk de deegrol – maar nu met je handpalm – plat, leg hem op een met bloem bestoven werkvlak en dek hem af met huishoudfolie.
  • Laat 30 minuten rijzen.
  • Verwarm de oven voor op 200 °C.
  • Druk het gerezen deeg met je handen weer helemaal plat en rol het uit tot een deeglap met een dikte van een halve centimeter.
  • Snijd het deeg in lange, smalle repen en geef ze met de hand een ‘draai’.
  • Leg de deegrepen op een ingevette bakplaat (of op siliconen/bakpapier) en besprenkel ze met een beetje water.
  • Bak ze 5 minuten in de voorverwarmde oven, besprenkel ze dan nogmaals met een beetje water en bak ze dan in 5 tot 10 minuten lichtbruin en knapperig.
  • Houd de oven in de tussentijd wel goed in de gaten, want in die laatste paar minuten kunnen ze soms in een mum van tijd te donker worden.
  • Laat de grissini even afkoelen voor je ze serveert.
  • Je kunt ze in een luchtdicht afgesloten trommel ongeveer een week lang bewaren.
  • Maar het lekkerste is toch om ze vers te serveren en vooral op te eten!

Notities / Tips / Wijnadvies

Naar keuze fijngeknipte rozemarijn of chilipeperpoeder toevoegen. Je kunt ook het deeg bestrooien met gemalen zeezout, sesam- of maanzaadjes.
Wil je echt indruk maken op je gasten wanneer je de grissini serveert, roep dan
“Eccoci qua, i grissini!”
--------------------------------------------------------------------------------------------------