Hak de sjalotten fijn.
Laat in een kleine steelpan de port en de Beaujolais met de sjalotten ± 10 minuten zachtjes koken tot de massa is gebonden.
Neem deze gereduceerde saus van het vuur en laat haar iets afkoelen.
Zet de pan weer op het vuur en verwarm de saus zachtjes.
Roer de rode wijn er met een garde door De dikke saus komt daardoor langzaam van de pan los.
Snijd de koude boter in stukjes en klop ze met de garde door de saus.
Breng de saus op smaak met zout en zet haar opzij.
Schil de asperges goed met een dunschiller.
Breng in een ruime pan ± 2 liter water met het citroensap, zout, de suiker en het witbrood aan de kook, leg de asperges in het kokende water en kook ze, afhankelijk van de dikte, in 8-10 minuten gaar.
Klop de slagroom halfstijf.
Schep de asperges met een schuimspaan uit de pan, leg ze op een theedoek, laat ze uitlekken en snijd ze in 4 cm lange stukjes.
Verwarm de saus nog eens voorzichtig en schep haar op de voorverwarmde borden.
Giet de slagroom als een cirkel in de saus en trek er met behulp van een vork een patroon in.