Was de spinazie en laat hem in aanhangend water slinken.
Druk het vocht er op een zeef uit en hak de groente zeer fijn of maal hem in de blender.
Doe de bloem in een kom en klop de eieren erbij tot een glad beslag ontstaat.
Klop de zure room erdoor en voeg dan de lauwe spinazie en het zout toe.
Laat in een koekenpan met een bodem van 20 cm telkens een klontje boter smelten en bak 4 koeken van ieder 2 dl beslag aan weerszijden.
Houd ze warm.
Was de cantharellen onder stromend water, dep ze goed droog en snijd ze in plakken.
Fruit ze met de uitjes in de boter, maar laat ze niet bruin worden.
Strooi er de bloem met peper en zout over en voeg dan bij beetjes de room toe.
Laat voorzichtig roerend binden en strooi er tenslotte de dille overheen.
Eet de pannenkoeken met deze ragoût en de gepeperde en gezouten plakken tomaat.