Roer de gist glad met 2 el van de lauwwarme melk en 1 el suiker en laat dit 10 min rusten.
Klop het ei schuimig met de rest van de suiker.
Voeg het gistmengsel, de rest van de melk, zout en kardemompoeder toe en kneed door dit mengsel zoveel bloem dat een elastisch deeg ontstaat.
Kneed er tot slot de zachte boter en de rozijnen door.
Laat het deeg afgedekt met een vochtige theedoek op een warme plaats 1,5 uur rusten.
Kneedt het deeg nogmaals door en verdeel het in drie porties.
Rol hiervan 3 strengen en vlecht deze.
Plak de uiteinden van de vlecht aan elkaar met wat water en laat hem opnieuw 1,5 uur rijzen.
Bestrijk de krans met losgeroerd ei en bestrooi hem met amandelschaafsel.
Bak hem 30 min in een voorverwarmde oven van 200 graden.