Zet de grill aan.
Pel de sjalotjes, halveer ze en snijd ze in dunne plakjes.
Hak de olijven grof.
Ris de tijm van de takjes en meng hem met het paneermeel.
Verhit 25 gr boter in een koekenpan en bak de sjalotjes al roerend in ± 10 minuten lichtbruin.
Voeg de olijven toe en blus af met de azijn.
Neem de pan van het vuur en breng op smaak met zout en peper.
Blancheer de broccoliroosjes in kokend water met zout.
Wrijf de koteletjes in met zout en peper.
Verhit 25 gr boter in een koekenpan en bak de koteletjes op hoog vuur aan iedere kant 2 minuten aan.
Neem ze uit de pan en leg ze op een bakplaat.
Verdeel de sjalotmassa op de koteletjes en leg daarop het tijm-paneermeelmengsel en de boterblokjes.
Zet de plaat ± 3 minuten 25 cm onder de voorverwarmde grill tot de korst goudbruin is.
Roerbak intussen de broccoliroosjes in het bakvet van de koteletjes en breng ze op
smaak met zout, peper en nootmuskaat.
Lekker met gebakken krieltjes.