Zeef de bloem en het zout in een kom en roer 20 gram van de boter erdoor.
Meng de gist en de 25 gram suiker erdoor.
Maak in het midden een kuiltje en voeg de melk en los geklopt ei toe.
Roer even door.
Plaats de kom in een keukenmachine of kneed met de hand het mengsel goed door tot een elastisch deeg.
Vorm een bal van het deeg en leg die in een ingevette kom en dek af.
Laat 1 uur op een warme plaats rijzen.
Meng rozijnen, abrikozen, bruine basterdsuiker en koekkruiden in een kom door elkaar.
Sla het deeg door en rol uit op een met bloem bestoven oppervlak tot een rechthoek van 45x30 cm. bestrijk het met de overige gesmolten boter.
Verdeel het vruchtmengsel gelijkmatig over het deeg en rol de lange kant op.
Vet een bakplaat in of gebruik een siliconen mat en maak hierop van het deeg een cirkel.
Snijd de uiteinden vlak en duw ze met wat water aan elkaar.
Snijd het deeg om de 4 cm voor 2/3 in en draai de stukken iets uit elkaar.
Laat afgedekt nog 1 uur rijzen.
Bak af in een voorverwarmde oven op 200°C in 20 minuten.
Meng de poedersuiker met 3 theel. water en besprenkel het deeg als het nog warm is.
Bestrooi met amandelsnippers