Het vlees en het spek opzetten in koud water, goed ondergedompeld en aan de kook brengen. Afschuimen en de groenten (wortel, ui, prei en selderij) alsmede de kruiden (tijm en laurier) toevoegen en langzaam gaar koken.

Vlees en spek af laten koelen in de bouillon (voor de smaak en het gemak van versnijden). Het vlees in stukken en het spek in schijven snijden.

De bodem van een glazen kom beleggen met eenderde van de uitjes en de augurken, plus enkele schijfjes citroen. Daarop komt de helft van het versneden kalfsvlees, dat op zijn beurt bedekt wordt met de helft van de schijven spek. Dan nogmaals eenderde van de uitjes en augurken en daarop de rest van het vlees en het spek. Bovenop de rest van de uitjes en augurken, met schijfjes citroen als garnituur.

Een liter van het kooksap herkoken met de kruidenazijn en de gelatine en daarmee de kom volgieten.

Laten opstijven en koud eten.