Zeef het brood en de bloem boven een kom.
Leg het harde vet erop en snijd het met twee messen klein tot het kruimelig is geworden.
Voeg appelsnippers, basterdsuiker, rozijnen, krenten, gember, sucade, amandelen, citroenschil, sinaasappelschil, gemberpoeder, piment en zout toe en schep het geheel goed door elkaar.
Voeg vervolgens ei, bier, cognac, 3 eetlepels rum en gemberstroop toe.
Roer zeer goed door en doe het deeg in een grote, goed sluitende koelkastdoos.
Zet de doos tot 1 dag voor het gebruik in de koelkast om de smaak in te laten trekken.
Neem de doos uit de koelkast en laat het deeg op kamertemperatuur komen.
Besmeer een warme puddingvorm of een tulbandvorm dik met boter en bestrooi hem met paneermeel.
Breng in een grote pan een flinke bodem water aan de kook.
Doe het deeg in de vorm en druk het aan.
Sluit de vorm af met een beboterd deksel of met een beboterd vel aluminiumfolie.
Plaats de vorm in het kokende water.
Houd het water gedurende 3 uur zachtjes kokend en controleer regelmatig of met nieuw kokend water dient te worden bijgevuld.
Neem de vorm uit de pan.
Houd hem even in een bak met koud water en stort de pudding op een voorverwarmde ronde schaal.
Zeef er dik poedersuiker over en sprenkele hierover de resterende rum.
Steek de rum aan en breng de pudding brandend binnen.