Verwarm de oven voor op 200°C (gasovenstand 4) en plaats de papieren cakevormpjes op een bakplaat.
Boter smelten: Smelt de boter zachtjes in een steelpan.
Muffinbeslag maken:
Zeef de bloem boven een kom en meng met de lichtbruine basterdsuiker, een snufje zout, bakpoeder en 1 theelepel kaneel.
Roer in een apart kommetje de resterende kaneel en suiker door elkaar.
Klop in een andere kom het ei los met de melk en de gesmolten boter.
Giet het eiermengsel over het bloemmengsel en roer alles door elkaar tot een beslag.
Muffins vullen:
Verdeel het beslag gelijkmatig over de papieren cakevormpjes op de bakplaat.
Schil de appel, snijd hem in 8 stukken en steek een stukje appel in elk muffinbeslag.
Strooi het kaneel-suikermengsel over de bovenkant van de muffins.
Bakken:
Bak de muffins in het midden van de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 20 minuten, of tot ze goudbruin en gaar zijn.
Afkolen:
Laat de muffins ongeveer 5 minuten in de uitgeschakelde oven staan.
Haal ze uit de oven en laat ze verder afkoelen op een taartrooster.
Notities / Tips / Wijnadvies
Geniet van deze heerlijke appel-kaneelmuffins als tussendoortje of als dessert, bijvoorbeeld met een kopje thee of koffie.Opmerkingen:
Je kunt variëren met verschillende soorten appels, afhankelijk van je smaakvoorkeur.