Schil de peren, besprenkel ze met het citroensap, boor ze uit en steek in elke opening een pijpje kaneel.
Stoof de peren rechtopstaand, onder gesloten deksel, ± 50 minuten in een pan met 1 kopje water, een scheutje perenlikeur, 2 eetlepels kristalsuiker en de glühweinkruiden.
Prik de peren na ± 40 minuten in om de gaarheid te controleren.
Snijd de ganzelever en de uier in 'frietjes' van± 1 cm.
Wentel de frietjes in de bloem en klop de overtollige bloem eraf.
Smelt een klontje boter, bak de uierfrietjes knapperig en breng op smaak met zout, peper en wat citroensap.
Schep de gebakken frietjes uit de pan en houd ze warm.
Bak in een andere pan de honingkoek in wat boter,lepel er wat perenlikeur over en leg elk sneetje in het midden van een bord.
Bak nu de ganzeleverfrietjes kort in boter ,de reepjes moeten vanbinnen roze blijven.
Schik de beide soorten frietjes op de honingkoek, schik er een peertje naast en steek een hulstblaadje in de kaneelstok om te versieren.