Verwarm de oven voor op 150 °C (gasovenstand 2).

Vet de vorm in met boter of margarine.

Bekleed de bodem en zijkanten van de vorm met spek, laat het spek aan alle kanten ca. 4 cm overhangen.

Snipper het sjalotje en de knoflook fijn.

Breng ruim water aan de kook in een fluitketel of pan.

Snijd de varkenslever in stukken en pureer deze in een keukenmachine tot een fijn mengsel.

Doe het levermengsel in een kom en meng het met het varkensgehakt, sjalot, knoflook, cognac, witte wijn, tomatenpuree, ei en nootmuskaat.

Breng op smaak met zout en peper.

Schep het vleesmengsel in de vorm en strijk de bovenkant glad.

Vouw de overhangende plakjes spek terug over het mengsel om het af te dekken.

Bedek de vorm met aluminiumfolie en zet deze in een braadslede.

Vul de braadslede met kokend water, zodat de vorm voor 2/3 in het water staat.

Bak de paté in het midden van de oven gedurende ongeveer 2 uur, tot het gaar is.

Haal de paté uit de oven, verwijder de aluminiumfolie en laat het afkoelen.

Dek de vorm af met plasticfolie en zet hem ca. 24 uur in de koelkast.

Houd een mes onder warm water en snijd voorzichtig langs de randen van de paté om hem los te maken.

Leg een plat bord op de vorm, keer hem om en laat de paté uit de vorm glijden.

Houd het mes opnieuw onder warm water en snijd de paté in 12 plakken.