Verwarm de oven voor op 180 C.

Halveer de scholfilets in de lengte (16 smalle reepjes).

Bestrooi de filets met zout en peper en verdeel de garnalen erover.

Rol de filets op en maakt vast met een houten cocktailprikker.

Vet een ovenschaal in met de helft van de boter en leg de rolletjes er naast elkaar in.

Besprenkel ze met citroensap.

Dek af met aluminiumfolie.

Zet de schaal in het midden van de oven en laat de vis in ca. 15 minuten garen.

Smelt intussen de rest van de boter in een steelpan, roer de bloem erdoor en laat het mengsel kort pruttelen.

Schenk er al roerend ca. 1/3 van de melk bij en blijf roeren tot het mengsel glad gebonden is.

Roer scheut voor scheut de rest van de melk erbij.

Laat de saus ca. 1 minuut zachtjes koken.

Neem de pan van het vuur en roer ruim de helft van de kaas door de saus.

Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat.

Roer de eidooier los met de room en roer dit door de saus.

Verwijder de folie van de schaal, lepel het vocht eruit en roer dat door de saus.

Verwijder de cocktailprikkers.

Verdeel de kaassaus over de visrolletjes en bestrooi met de rest van de kaas.

Plaats de schaal terug in de oven en laat de visrolletjes in nog ca. 5 minuten lichtbruin worden.