Maak de champignons schoon, was ze in azijnwater, hak ze fijn en stoof ze in 25 g boter tot al het vocht verdampt is.

Hak de ham in kleine stukjes.

Smelt de resterende boter in een pan, voeg het meel toe, en klop stevig tot er geen klontjes meer zijn.

Roer tot een smeuïge, dikke saus.

Haal van het vuur en voeg de eierdooiers één voor één toe.

Meng de ham en de gestoofde champignons door de saus.

Klop de eiwitten stijf en spatel ze voorzichtig door de saus zonder te roeren.

Vet een soufflévorm licht in, bestrooi met meel, en vul deze tot de rand met het mengsel.

Plaats in een oven op 175-190 °C (thermostaat 5-6) en bak ongeveer 30 minuten.

Controleer de gaarheid zonder de ovendeur te openen.

Serveer direct zodra de soufflé mooi gerezen is.