Evenals biscuitgebak, is dit een luchtig eiergebak. Door toevoegen van zeer
harde, in kleine stukjes verdeelde boter, is het zeer sponzig en veerkrachtig
van structuur.
Het kan zonder vulsel voor taarten worden gebruikt; met vulsel wordt het
vaak in een tulbandvorm gebakken.
Moskovisch beslag is een klopdeeg.
Boter een tulband-, cake- of hoge zandtaartvorm vrij dik en regelmatig in en bestuif hem dun met bloem.
Roer of mix de dooiers met de helft van de suiker zeer schuimig.
Klop het eiwit in een grote schone (ontvette) kom stijf en klop er daarna in gedeelten de rest van de suiker door (voeg pas als het weer geheel stijfgeklopt is, een volgende hoeveelheid toe).
Verwarm de oven voor op 190°C.
Leg de boter en de bloem op het stijfgeklopte eiwit, daarop de uitgeroerde eidooiers en daarop het vulsel en schep alles luchtig tot een gelijkmatige massa om, waarin geen losse bloem meer is te zien.
Doe het deeg direct in de vorm over en zet die (op een rooster) midden in de voorverwarmde oven.
Doe de oven beslist niet open voordat 2/3 van de baktijd voorbij is; het gebak is eerder niet stevig genoeg en zou inzakken.
Controleer het gebak op gaarte, bij indrukken behoort het terug te veren.
Laat het gare gebak, om alsnog inzakken te voorkomen, in de geopende oven afkoelen.
Keer het gebak, zodra het van de rand van de vorm loslaat, op een taartrooster en laat het verder afkoelen.