Verwarm de oven voor op 200°C (boven-/onderwarmte) en bereid het deeg volgens de verpakking.
Rol het deeg uit en leg het in een ingevette taartvorm (of gebruik het meegeleverde bakpapier).
Versterk de rand met het overhangende deeg en prik gaatjes in de bodem met een vork.
Week de rabarberplakjes 15 minuten in een kom met 4 eetlepels suiker.
Custard maken:
Verwarm in een pan de vanille, helft van de melk, slagroom en het kaneelstokje langzaam tot het kookpunt.
Meng in een kom de overige melk met de eidooiers, suiker en maïzena.
Verwijder het kaneelstokje uit het roommengsel en giet het hete mengsel al kloppend in een dun straaltje bij de eidooiermix.
Giet het mengsel terug in de pan en breng al roerend aan de kook.
Laat 2 minuten doorkoken en giet de custard op een bord.
Dek af met plasticfolie en laat 30 minuten afkoelen in de koelkast.
Taart samenstellen:
Klop de afgekoelde custard los en verdeel het over de deegbodem.
Beleg de custard met de geweekte rabarberplakjes.
Bestrijk de rand van het deeg met ei en bak de taart in het midden van de oven in ca.
30 minuten goudbruin.
Siroop maken:
Breng in een pan het water, de suiker en het citroensap aan de kook.
Gebruik een kwast om de siroop over de warme taart te strijken.
Afwerking:
Decoreer de taart voor het serveren met slierten rabarber en wat tuinkers.
Notities / Tips / Wijnadvies
Serveertip:Serveer deze rabarbertaart met een bolletje vanille-ijs of een toef slagroom voor extra luxe.Wijnadvies:Een zoete dessertwijn, zoals een Riesling Spätlese, past uitstekend bij de zoet-zure smaken van de rabarber en de romige custard.