Het geheim van de stroopwafel valt in twee delen uiteen. De ene helft van het geheim is, dat u de wafels alleen warm kunt verwerken; anders breken ze. De andere helft is dat door de stroop boter en suiker moeten worden gewerkt,
waardoor de stroop nog stijver en nog kleveriger wordt.
Ook de bereiding bestaat uit twee delen: het bakken van de wafels en het maken van de vulling.
Maak van de wafelingrediënten een beslag. Laat u daarbij niet misleiden door het woord 'beslag', want het wordt een vrij stevige massa die u met de handen door elkaar zult moeten kneden.
Laat het deeg 3 kwartier rijzen, liefst op een vochtig-warme plaats.
Kneed het dan opnieuw en verdeel het vervolgens in balletjes ter grootte van een stevige knikker.
Bereid dan de vulling.
Verwarm de stroop en meng er de andere ingrediënten door.
Leg een balletje deeg in een wafelijzer en bak het aan beide kanten gaar.
Til de wafel met een mes uit het ijzer en snijd hem open als hij nog warm is (wacht u te lang, dan zal de wafel breken).
Besmeer de ene wafelhelft met de vulling en druk de andere helft erop.
Om te voorkomen dat u niet snel genoeg bent om de wafels open te snijden,
kunt u het bakken en opensnijden het beste met z'n tweeën doen.