De naam is vermoedelijk ontstaan op de paardenmarkt in Beusichem. Veehandelaren veegden vroeger namelijk hun kleverige handen af aan de kont van de broek als ze een kontenklopper hadden gegeten. Het zijn van oorsprong ouderwetse broodjes van bruinbrooddeeg met een vulling van rozijnen en op smaak gebracht met kersenbrandewijn en bruine suiker. De broodjes zijn bestrooid met kaneelsuiker zodat ze lekker aan de hand gaan plakken.