Laat het bladerdeeg ontdooien, leg de plakjes op elkaar en rol ze op een met bloem bestrooid werkvlak uit tot een ronde lap met een doorsnee van 30 cm.
Bekleed daarmee de vorm en prik de bodem met een vork op regelmatige afstanden in.
Bekleed de vorm met een velletje bakpapier en verdeel de droge peulvruchten over de bodem.
Zet de vorm circa 15 minuten in de voorverwarmde oven.
Verwijder het bakpapier en de bonen en laat de taartbodem nog 5 minuten bakken.
Snijd intussen de schoongemaakte uien in halve ringen en bak ze op middelhoog vuur regelmatig omscheppend in de hete olie tot ze bruin gekleurd zijn.
Bestrooi ze met de suiker en wat zout en peper en bedruppel met het citroensap.
Laat nog een paar minuten bakken en van het vuur af afkoelen.
Snijd de schoongemaakte champignons in plakjes.
Snijd de ham in reepjes.
Bak de champignons in de boter tot ze beginnen te kleuren en schep er de ham en de tijm door.
Doe de slagroom in een kom en roer er de eierdooiers, de maïzena en wat zout en peper door.
Verdeel de uien over de voorgebakken taartbodem.
Verdeel er het champignonmengsel over.
Begiet met het roommengsel.
Zet de taart nog circa 30 minuten in de voorverwarmde oven.