Meng de bloem en de gist in een grote kom, voeg het zout, de eieren, de zachte boter en de yoghurt toe en meng alles goed.
Kneed het ongeveer in 5 minuten tot een soepel deeg.
Laat het op een warme plaats rijzen tot een dubbele hoeveelheid.
Snijd intussen de lente-uitjes en champignons.
Smelt de boter in een pan en fruit de lente-uitjes.
Voeg de champignons toe en bak ze 5 minuten mee.
Breng ze op smaak met zout en peper.
Laat ze sudderen tot al het vocht is verdampt; af en toe roeren.
Haal de pan van het vuur en laat de inhoud afkoelen.
Doe er dan verse kruiden door.
Snijd de kaas in 12 plakjes.
Kneed het deeg opnieuw op een met bloem bestoven oppervlak en verdeel het in 12 porties.
Rol elk portie deeg uit tot een ronde vorm en leg er steeds 1 el champignonvulling en een plakje kaas op.
Druk het deeg rond de vulling; zorg ervoor dat de randen goed zijn aangedrukt.
Vet een bakplaat in met 2/3 van de gesmolten boter en leg de broodjes erop.
Bestrijk de broodjes met de rest van de gesmolten boter en laat ze afgedekt op een warme plek rijzen tot een dubbele hoeveelheid.
Bak de broodjes 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden of gasstand 6.
Serveer ze koud of warm.