Deel dit recept via E-mail
Deel op Facebook
Recept afdrukken
Ingrediënten
- 1 snee witbrood
- 750 gram aardappels kruimige geschild
- 2 teentjes knoflook gepeld
- 150 gram boter
- 2 sjalotten gesnipperd
- 1 zak boerenkool 300 g
- 50 ml witte wijnazijn ca.
- 1 bakje magere spekreepjes 125 g
- 4 takjes koriander
- 3 takjes peterselie
- 1 limoenschil geraspt
- 1 flinke mespunt dragon gedroogde
- 300 gram hamlappen
- 1 eetlepel olie
- 100 ml witte wijn ca.
- 10 peperkorrels
- 2 laurierblaadjes
- 2 kruidnagels
- 2 eieren gesplitst
- 4 eetlepels bloem
- 4 eetlepels paneermeel
- 100 ml olie om te frituren
Instructies
- Verwarm de oven voor op 180 °C en droog het sneetje brood in de oven.
- Kook de aardappels met de knoflook in water met zout in ca. 20 minuten gaar.
- Smelt een klontje van de boter in een koekenpan en fruit hierin de sjalotjes zachtjes.
- Voeg de boerenkool, ca. 200 ml water, een scheutje azijn en wat zout toe en kook de boerenkool in ca. 20 minuten gaar.
- Bak de spekjes in een koekenpan zachtjes uit.
- Giet de aardappels af.
- Houd een klein beetje boerenkool apart en voeg de rest bij de aardappels.
- Voeg het spek toe en stamp alles fijn.
- Voeg klontje voor klontje 40 g boter toe en klop alles tot een smeuïge puree.
- Breng op smaak met zout en peper.
- Vorm van de puree 12 balletjes ter grootte van een bitterbal en laat ze afkoelen.
- Bewaar de rest van de stamppot.
- Verkruimel het gedroogde sneetje brood boven de keukenmachine.
- Voeg koriander, peterselie, limoenrasp, dragon en 25 g boter toe en maal alles fijn.
- Spreid een stuk aluminiumfolie uit op een bord en strijk dit mengsel erop uit.
- Zet het in de koelkast.
- Verhoog de temperatuur van de oven tot 180 °C.
- Bestrooi de hamlappen met zout en peper en bestrijk ze met olie.
- Grill ze in een hete grillpan aan beide kanten bruin.
- Leg ze op een schaal, bestrijk ze met het broodmengsel en zet ze 8-10 minuten in de oven.
- Breng in een pannetje de wijn met 1-2 eetlepels azijn, de peperkorrels, de laurierblaadjes en de kruidnagels aan de kook.
- Neem de pan van het vuur.
- Smelt 75 g boter en schep het schuim ervan af.
- Klop in een diep bord de eiwitten los.
- Strooi de bloem en het paneermeel elk in een apart bord.
- Wentel de boerenkoolballetjes eerst door het eiwit, dan door de bloem en de vervolgens door paneermeel.
- Herhaal dit nogmaals.
- Verhit de frituurolie tot 170 °C.
- Hang een kom in een pan met bijna kokend water.
- Klop de eidooiers met 5 eetlepels van de ingekookte wijn tot het dik wordt.
- Klop de gesmolten boter er in een dun straaltje langzaam bij.
- Blijf kloppen tot de saus gebonden is.
- Neem de kom uit het waterbad en breng de Hollandaisesaus op smaak met zout en peper.
- Roer een beetje van de saus door de achtergehouden boerenkool.
- Frituur de boerenkoolballetjes 3 minuten in de olie.
- Verwarm de overgebleven stamppot.
- Verdeel de boerenkool, de stamppot en de hamlapjes over vier borden.
- Steek op de satéstokjes elk 3 boerenkoolballetjes en leg ze op het bord.
- Lepel de saus om het gerecht.