Roer het gist met de suiker door 50 ml lauw water van ongeveer 20-25 graden in een ruim glas.
Laat het een kwartier staan.
De gist begint nu flink voor te werken.
Kneed het bloem en het zout met de rest van het water en het gistmengsel in ruim een kwartier tot een soepel deeg.
Is het deeg iets te droog, voeg dan een klein beetje water toe.
Als je van het deeg een bijna doorzichtig vlies kunt trekken, is het klaar.
Laat het deeg een uur tochtvrij rijzen. Ik doe zelf altijd een pedaalemmerzak over de schaal.
Met bakpapier in je bakblik weet je zeker dat het brood altijd makkelijk uit de vorm komt.
Vet je bakblik in. Zelf leg ik altijd nog een strook bakpapier over de breedte van het bakblik.
Zo weet ik zeker dat ik het brood altijd zonder problemen uit het blik kan halen.
Dit doe ik ook bij een anti-aanbaklaag.
Verdeel het deeg in 2 stukken en meng door de helft van het deeg de vadouvan-kruiden.
Rol beide degen uit tot een lap die net zo breed is als je cake- of broodblik.
Probeer de lappen net zo groot uit te rollen en leg ze op elkaar.
Leg de kruidige laag op de gewone brood deeg laag.
Om het verbranden van de kruiden te voorkomen, hou ik de kruidige laag graag aan de binnenkant.