Boen de sinaasappels goed schoon onder koud stromend water.

Rasp de schil eraf en pers de sinaasappels uit.

Was de aardbeien en verwijder de kroontjes.

Halveer grote exemplaren.

Houd enkele muntblaadjes apart voor garnering en snijd de rest fijn.

Meng de aardbeien in een kom met het sinaasappelsap, 1 eetlepel poedersuiker, fijngeknipte munt en de helft van de sinaasappelrasp.

Laat dit afgedekt ca.

1 uur staan, af en toe omscheppen.

Laat het bladerdeeg in ca.

5 minuten ontdooien.

Vet een springvorm in en verwarm de oven voor op 200°C.

Bestuif het aanrecht met bloem.

Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol ze uit tot een ronde lap die ca.

3 cm groter is dan de vorm.

Bekleed de vorm hiermee en vorm een opstaande rand.

Prik met een vork gaatjes in het deeg.

Bestrooi de bodem met paneermeel.

Verkruimel de amandelspijs over de deegbodem en verdeel de rest van de sinaasappelrasp erover.

Splits de eieren boven twee kommen.

Klop in een kom de eidooiers los met 3 eetlepels poedersuiker en de crème fraîche.

Giet dit mengsel in de deegbodem.

Bak de taart in het midden van de oven in ca.

30 minuten goudbruin.

Klop vlak voor het einde van de baktijd de eiwitten met de rest van de poedersuiker stijf.

Laat de aardbeien uitlekken in een zeef en verdeel ze over de bovenkant van de taart.

Schep het eiwitschuim in pieken over de aardbeien.

Bak de taart nog ca.

5 minuten in het midden van de oven tot de bovenkant lichtbruin kleurt.

Garneer met de achtergehouden muntblaadjes.

Serveer warm of koud.