Maak amandelspijs van amandelen, suiker, geraspte citroenschil, amandelolie en het eerste ei.

Maak van bloem, zout en koud water een bladerdeeg.

Rol het deeg uit tot een lange lap van ongeveer 10 cm breedte en 0,33 cm dikte.

Vorm van de amandelspijs een lange rol en leg deze op het midden van de deegreep.

Stop de gehalveerde cocktailkersen of bigarreaux op regelmatige afstanden in de spijs.

Maak met een kwastje het deeg aan de ene kant van de spijs met water nat, vouw de andere kant over de amandelspijs en sla de eerste kant eroverheen, zodat de met water bevochtigde zijde over de droge zijde valt.

Maak de bakplaat nat en vorm hierop de staaf tot een krans.

Schuif de uiteinden in elkaar en plak het deeg met water vast.

Laat de krans ongeveer 10 minuten op een koele plaats staan.

Bestrijk hem met losgeklopte eierdooier.

Schuif de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven (200 tot 225 graden C) en bak de krans in ongeveer 30 minuten gaar en bruin.

Neem de bakplaat uit de oven, neem de krans van de plaat en leg hem op een taartrooster.

Bestrijk de nog warme krans met abrikozenjam en laat hem vervolgens uitdampen en afkoelen.

Meng in een kom de gezeefde poedersuiker met 0,5 eetlepel water en roer dit tot een glanzend papje.

Bestrijk de kerstkrans met dit glazuur en garneer met oranjesnippers en desgewenst bigarreaux.