Kneed een deeg van de ingrediënten en het grootste deel van het losgeklopt ei (snijd de harde boter met 2 messen klein snijden in de bloem).
Rol het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit en bedek er de bodem en een gedeelte van de opstaande rand van een beboterde springvorm mee.
Schil de appels en snijd ze in schijfjes of stukjes of rasp ze op een grove rasp.
Meng er de suiker, de kaneel en de gewassen en gedroogde rozijnen door.
Strooi een dun laagje paneermeel of beschuitkruim op het deeg in de vorm en vul de vorm met het appelmengsel.
Garneer de bovenkant met reepjes deeg die ruitgewijs over de vulling worden gelegd.
Leg voor de afwerking een smalle reep langs de gehele bovenrand.
Bestrijk de bovenkant met de rest van het ei.
Zet de vorm op het rooster onder in de op 175-200°C voorverwarmde oven en bak de appeltaart in ± 60 minuten lichtbruin en gaar.
Neem de rand van de vorm en laat de taart uitdampen en afkoelen.