In een kom boter en suiker tot een schuimig mengsel kloppen.
Roer de geraspte citroenschil en eieren erdoor.
Meng 150 g bloem en de maïzena met het bakpoeder, zout en specerijen.
Zeef dit geleidelijk en roer constant bij het mengsel in de kom.
Verwarm de oven voor op 175 ºC.
Voeg indien het beslag te stevig is, een scheutje melk toe.
Het beslag mag echter niet te slap worden, want een deel ervan moet straks gekneed worden.
Bestrijk de bodem van een springvorm dun met boter.
Doe de helft van het beslag in de vorm, strijk het glad en bak het 25 minuten.
Snijd de bananen in plakjes of prak ze fijn en meng met het citroensap.
Verdeel de bananenmassa over de taartbodem en bestrooi met amandelschaafsel.
Meng de andere helft van het beslag met de rest van de bloem en rol dit deeg uit tot een lap
ter grootte van de vorm.
Bedek de bananenlaag in de vorm met de deeglap en druk de randen op elkaar.
Bak de taart nog 25 minuten, bestuif met poedersuiker en laat in de vorm afkoelen.