De rijst met wat water en zout droog koken.

De paprika’s halveren en het zaad eruit halen.

Het paprikavlees aan dobbelsteentjes snijden van 1 cm en even afkoken.

Daarna afgieten en uit laten lekken.

Drie varkenskoteletten licht peperen en zouten, door de bloem wentelen en zachtjes lichtbruin en gaar bakken.

De koteletten op een schaal dresseren en warm houden.

De ui snipperen en in de boter even aanzetten.

Het knoflookteentje met een weinig zout fijn wrijven en met de kerriepoeder in de braadjus even wellen.

Daarna de bloem voorzichtig door de boter roeren en hiervan met wat bouillon een kerriesaus maken, even door laten koken en dan de room er doorheen doen.

De tomaten pellen en in plakjes snijden, peperen en zouten en deze gebakken op de koteletten leggen.

De kerrie saus passeren door een zeefje en rondom de koteletten gieten.

De drooggekookte rijst vermengen met de blokjes paprika en deze in nette vormen [oude kopjes] persen.

De vormpjes omstulpen en rond de koteletten rangschikken en de koteletten met de gehakte peterselie bestrooien.

De doperwten met wat water en boter opstoven en apart erbij serveren.