dunne reepjes schil van 1 sinaasappel, kort gekookt
toefjes munt
Zeef de bloem en het zout boven een kom, maak er een kuiltje in en breek het
ei hierin.
Klop met en garde, voeg deel voor deel de melk toe en klop tot een glad
beslag.
Klop 1 eetlepel likeur door het beslag.
Verhit 1/2 eetlepel olie en schep zoveel beslag in de pan dat de bodem net is
bedekt.
Bak de onderzijde in ± 1 minuut goudbruin, keer de crêpe en bak de andere
kant in 1/2-1 minuut goudbruin.
Bak op dezelfde manier nog 5 flensjes en vouw ze in vieren.
Verhit de boter en de suiker in een grote pan met dikke bodem tot een dikke
siroop.
Voeg 2 eetlepels likeur met het sinaasappelsap en de sinaasappelrasp toe en
verwarm het geheel door en door.
Leg de flensjes dakpansgewijs in een pan en schep de saus erover.
Verwarm de rest van de likeur in een soeplepel boven het vuur (of in een
klein pannetje; zet dan wel de afzuigkap uit!), schenk de likeur over de
flensjes en steek de drank aan.
Verdeel de flensjes met de saus over de bordjes en garneer met de room,
reepjes sinaasappelschil en toefjes munt.