Meng het vlees goed doorelkaar met het in water geweckte en goed uitgeknepen witbrood en de rijst.

Peper en zout het mengsel naar smaak.

Laat de kool in zijn geheel enkele minuten blancheren [koken] zodat U er de bladeren gemakkelijk af kunt nemen en deze zachter zijn.

Maak ieder blad los en leg het plat.

Haal de grote nerf eruit.

Leg op ieder blad een eetlepel van de farce en rol het zo goed op dat deze er gedurende het koken niet uitloopt.

Bedek de bodem van een grote braadpan met fijngesneden kool [vooral zuurkool raad ik U zeer aan], plakjes gerookt spek en dan een laag koolrolletjes dicht tegen elkaar aangedrukt, nog een laag fijn gesneden kool en gerookt spek enz. tot de pan vol is.

De laatste laag moet zuurkool met spek zijn.

Voeg een half glas water erbij.

Doe de deksel op de pan en zet deze op een zacht vuur gedurende een uur.

Doe er dan tomatenpuree en enige verse ontvelde en ontpitte tomaten bij en zet weer een uur op zacht vuur.

Zet dan de pan 2 uur van het vuur af, en laat daarna nog een uur koken.

Voor het opdoen doet U de deksel van de pan en laat het gerecht in een warme oven goudbruin kleuren.

Keer om op een schotel en dan weer om zodat de goudbruine kant boven komt.

Het is aan te bevelen deze schotel de dag van tevoren te maken en dan op te warmen, daar zij dan veel lekkerder is.

U kunt dit gerecht geven met een gebak van maïsmeel gemaakt.

Werp het maïsmeel in een pan kokend gezouten water.

Roer goed met een houten lepel en blijf het hiermee bewerken tot het gaar is.

Doe het in een beboterde vorm en stulp om [eventueel au bain Marie opwarmen].