Schil de stoofperen, maar laat het steeltje eraan zitten.

Snijd een dun plakje van de onderkant, zodat ze goed blijven staan.

Breng de muskaatwijn in een steelpan aan de kook met het laurierblaadje, 150 g suiker, het kaneelstokje, citroensap, sinaasappelrasp en het vanillestokje (gespleten en het merg eruit geschraapt).

Voeg de stoofperen toe en laat ze op laag vuur zachtjes sudderen tot ze gaar zijn, dit duurt ongeveer 30-40 minuten.

Laat de peren afkoelen in de siroop.

Verwarm de oven voor op 200°C (boven-/onderwarmte).

Rol het bladerdeeg uit en snijd het in vier gelijke vierkanten.

Meng de amandelspijs met 2 tl suiker.

Plaats een stoofpeer in het midden van elk vierkant bladerdeeg.

Vul het kuiltje van de stoofpeer met het amandelspijsmengsel.

Vouw de hoeken van het bladerdeeg naar elkaar toe en druk ze zachtjes aan om pakketjes te vormen.

Bestrijk het bladerdeeg met het losgeklopte ei.

Bak de stoofperenpakketjes in de voorverwarmde oven gedurende 15-20 minuten, of tot ze goudbruin zijn.

Serveer warm, eventueel met een beetje van de overgebleven siroop van de stoofperen.