Splits voor het biscuitdeeg de eieren.
Kneed de marsepein met 50 gr suiker en meng met een handmixer geleidelijk 2 eetlepels lauw water door de marsepeinmassa.
Meng er één voor één de eidooiers door en klop met de mixer door tot een gladde witte crème is ontstaan.
Sla de eiwitten met de rest van de suiker en het zout stijf en schep ze op het dooiermengsel.
Zeef de bloem hierboven en schep het eiwit en de bloem voorzichtig door het dooiermengsel, zodat een homogene massa ontstaat.
Beleg een bakblik met bakpapier, verdeel het beslag hier gelijkmatig op in een rechthoek van 30 x 40 cm en laat het gebak in een op 225°C voorverwarmde oven in 8 minuten gaar worden.
Neem de taartplak met het bakpapier uit de oven en laat hem afkoelen.
Verwijder het papier en snijd het gebak in de lengte in drie even grote stukken.
Was de aardbeien, laat ze uitlekken, maak ze schoon en halveer ze.
Bestrijk één taartplak met 2/3 van de bessengelei en beleg hem met de helft van de aardbeien.
Boen voor de citroencrème de citroenen onder de hete kraan schoon, rasp de schil en pers het sap uit.
Week de gelatine in ruim koud water.
Klop met de handmixer de eidooiers met de poedersuiker en 6 eetlepels citroensap in ± 6 minuten tot een dikke witte crème en roer de citroenrasp hierdoor.
Klop de slagroom stijf.
Laat de uitgeknepen gelatine op laag vuur smelten en roer hem met een garde door de citroencrème.
Schep, zodra de crème begint te geleren, de slagroom door de crème.
Strijk de helft van de citroencrème over de met aardbeien belegde taartplak, leg hierop een tweede plak en druk die enigszins aan.
Strijk de rest van de crème hier weer op uit, leg de derde plak hierop en druk die eveneens aan.
Zet het gebak 30 minuten in de koelkast, zodat de crème kan geleren.
Bestrijk de bovenkant dun met rode bessengelei en leg de rest van de aardbeien hierop.
Breng de rest van de bessengelei snel aan de kook, roer tot die koud, maar nog vloeibaar is en bestrijk de aardbeien hiermee.