In kom bloem en margarine met vingertoppen mengen tot kruimelig mengsel.
Zout oplossen in 1½ dl warm water.
Water door bloemmengsel mengen.
Op aanrecht tot glad en stevig deeg kneden.
Als deeg te droog is eventueel scheutje water toevoegen, als deeg te nat is wat bloem toevoegen.
Deeg in 12 gelijke porties verdelen en tot balletjes draaien.
Balletjes naast elkaar op blad leggen, afdekken met plasticfolie en ca. ½ uur laten rusten.
Aanrecht bestuiven met bloem en balletjes één voor één uitrollen tot dunne ronde lapjes met doorsnede van ca. 18 cm.
Droge koekenpan met dikke bodem verhitten en deeglapjes één voor één ca. 30 - 45 seconden bakken tot bruine puntjes ontstaan.
Als tortilla's opbollen zijn ze goed.
Tortilla's in doek wikkelen en warm houden.