Klaar de bouillon, die wat pittig van smaak moet zijn.
Maak de grote champignons schoon en snij ze in plakjes.
Snij de rest van groenten in kleine blokjes.
Stoof ze 10 minuten in wat boter.
Snij de leverpastei in kleine blokjes.
Rol het bladerdeeg uit tot het 3 cm dik is.
Snij er 4 cirkels uit die iets groter zijn dan de bovenkant van de soepkoppen.
Snij uit de rest wat dunne reepjes.
Verdeel nu de gestoofde groenten en pastei over de koppen.
Vul aan met de koude bouillon.
Plak met water reepjes bladerdeeg om de randen van de soepkoppen.
Betrijk beide zijden van de bladerdeegcirkels met eigeel.
Leg ze over de soepkoppen en plak ze met wat water aan de eerder vastgeplakte reepjes.
Bestrijk de randen nog een keer met wat eigeel om te zorgen dat de randen hermetisch afgesloten zijn.
Zet de koppen in een oven van 220ºC.
In ± 10 minuten moet het bladerdeeg bruin zijn en opgeblazen en is de soep warm.
Serveer direct.