Draai de kippenborst, brood en ei een paar keer door de vleesmachine zodat een fijne farce ontstaat.
Breng op smaak met zout, peper en wat foelie.
Zet een half uurtje in de koelkast.
Haal de gewassen sla uiteen.
Haal de bladeren even door kokend water zodat ze soepel en zacht worden.
Snij er nu 8 rechthoekjes van 4 bij 5 cm uit.
Kneed de farce nog even en maak er 8 gelijke balletjes van.
Rol deze tot kleine kroketjes van 2 bij 1 cm.
Rol ze nu in een slablaadje.
Pocheer ze even in wat bouillon van een blokje.
Maak raap en wortel schoon en snij ze in luciferdikke stokjes van 3 cm lang.
Stoof ze in wat boter.
Verdeel de groenten over de voorverwarmde soepkoppen.
Geef er 2 kroketjes bij.
Schenk er de hete bouillon over.
Serveer direct.