Haal de oesters uit de schelpen.
Breng het water met het citroensap in een pannetje aan de kook en voeg de oesters toe.
Zet het vuur laag en laat de oesters 5 minuten zacht koken.
Haal ze uit het kookvocht en snijd ze in kleine stukjes.
Houd de stukjes oester en het kookvocht apart.
Smelt de boter in een pan en roer er de bloem door.
Voeg onder voortdurend roeren beetje bij beetje de visbouillon, het kookvocht van de oesters en witte wijn toe tot een gebonden soep is ontstaan.
Laat de soep ± 3 minuten zachtjes doorkoken en maak hem op smaak met wat zout.
Verdeel de stukjes oester over 4 soepborden, leg in ieder bord een sneetje geroosterd brood en verdeel de soep over de borden.
Serveer de soep onmiddellijk.