Zeef de bloem boven een kom en roer er wat zout door.
Los de gist in lauwe melk op.
Smelt de boter en laat deze afkoelen.
Maak een kuiltje in de bloem en giet het gistmengsel en de rest van de melk erin.
Schep de helft van de bloem over het kuiltje.
Voeg de suiker, de kaneel en de eierdooier toe en giet vervolgens de afgekoelde boter erbij.
Kneed hiervan een soepel en samenhangend deeg; blijf ± 15 minuten kneden.
Sla het deeg enkele malen met kracht op het aanrecht om het luchtiger te maken.
Verdeel het deeg in twee porties en laat het op een warme plaats 45 minuten rijzen.
Vorm van elke portie een puntbrood en laat de broden onder een vochtige theedoek opnieuw 15 minuten rijzen.
Knip het brood aan het ene uiteinde (punt) driemaal in en aan de andere zijde tweemaal.
Krul de punten naar onderen om.
Maak met een mes enkele inkepingen aan de zijkant van het brood.
Bestrijk de duivekaters met losgeklopt ei en bak de broden in 40 minuten in een hete oven (200°C) gaar.