Was de groene pepers in koud water, droog ze, doe ze in de mortier en stamp ze tot een pasta.

Snij 90 g boter in stukjes en doe die in een kom.

Roer de boter tot ze crèmig is en werk er dan de groene peper pasta door, evenals wat gemberpoeder, een lepeltje mosterd en een eetlepel rum.

Maak een homogene pasta.

Leg de entrecôtes op een schone doek, snij ze open, vul de beurs die ontstaat met de pasta en steek de entrecôtes dicht met borrelprikkers.

Smelt de rest van de boter in een pan en als ze heet is, sauteer dan de entrecôtes snel bruin.

Geef de ene kant 6 minuten en de andere 4.

Geef er zout en peper over en leg ze op een voorverwarmde schaal.

Houd deze warm.

Blus de braadboter af met de room en een lepel tomatenketchup, schraap alle aanbaksels los.

Geef hier de rest van de rum bij, laat even koken, flambeer en schenk ze al vlammend op de entrecôtes.