Verhit 55 g boter in een flinke koekenpan.
Voeg het broodkruim toe aan de boter.
Bak het broodkruim onder voortdurend roeren bruin.
Neem de pan van het vuur.
Zet het broodkruim apart.
Doe de aardappelen in ruim kokend water met wat zout.
Laat de aardappelen ± 20 minuten flink doorkoken tot ze gaar zijn.
Laat de aardappelen uitlekken.
Schil de aardappelen.
Rasp de aardappelen fijn.
Klop 60 g boter door de aardappelen.
Klop één voor één de eidooiers door de aardappelen.
Voeg het zout toe aan de aardappelen.
Voeg de nootmuskaat toe aan de aardappelen.
Blijf de aardappelen kloppen tot een glad deeg is verkregen.
Breng het deeg op smaak.
Dek het deeg af met plasticfolie.
Zet het deeg 1 uur in de koelkast.
Bestrooi een flink bakblik gelijkmatig met 1 el bloem.
Leg het gekoelde deeg op het bakblik
Rol het deeg met een met bloem bestoven deegroller uit tot een rechthoekige lap van ruim 20 cm breed en 35 cm lang.
Zet, als het deeg te kleverig wordt, het dan op het blik weer even in de koelkast tot het weer stevig is.
Snijd het deeg in vierkanten van ± 7 cm.
Lepel 1 tl pruimenmoes in het midden van ieder vierkant deeg.
Bestrijk de kanten van het deeg met wat geklopt eiwit.
Vouw het lapje deeg diagonaal om.
Druk de zijkanten van het deeg op elkaar.
Breng in een grote pan 4 l water en 2 tl zout aan de kook.
Doe 4-5 knoedels in de pan.
Roer zachtjes, zodat de knoedels niet aan elkaar of aan de bodem van de pan gaan kleven.
Laat de knoedels 3-4 minuten flink koken tot ze komen bovendrijven.
Haal de knoedels met een schuimspaan uit de pan.
Rangschik de knoedels, als ze allemaal klaar zijn, op een voorverwarmde schotel.
Bestrooi de knoedels met het gebakken broodkruim.
Bestrooi de knoedels met de suiker (eventueel vermengd met kaneel).
Serveer direct.