Halveer de tomaten en kook ze op de doorgesneden kant zachtjes 10 minuten in een pan.
Zeef ze door een roerzeef, doe ze terug in de omgewassen pan en laat ze tot¼ l inkoken.
Snijd het vlees in dobbelstenen, bak ze in de boter bruin en bestrooi ze met peper en zout.
Mak de ui en de knoflook kort mee.
Snijd de geschrapte wortels in plakjes en voeg die met de peterselie toe.
Doe de wijn en de zelfgemaakte 'coulis' erbij, laat 45 minuten zachtjes stoven en voeg zo nodig nog wat water toe.
Dop de erwtjes en kook ze ± 15 minuten.
Houd 2 tomaten even in kokend water, pel ze, verwijder de pitten en warm ze met de kappers kort warmen in de fricassée.
Doe het gerecht over op een schotel en garneer met basilicum.
Schep de erwtjes rondom.