Klop de eigelen met het ei, de suiker en 1 eetlepel water luchtig op.
Spatel hier het beschuitkruim en de amandelen door.
Sla de eiwitten zeer stijf en spatel ook die door de eigelen.
Zeef het cacaopoeder samen met de bloem en spatel ook dit door het beslag.
Doe het deeg in een beboterde en met bloem bestoven taartvorm met een doorsnee van 25 cm en bak het in een op 160°C voorverwarmde oven in ± 20 minuten gaar.
Laat de taart omgekeerd op een rekje afkoelen en snijd hem horizontaal in 3 lagen.
Trempeer de lagen met de helft van de kirsch.
Verwarm het sap van de morellen, bind het met wat maïzena en laat het afkoelen.
Maskeer de onderste laag van de taart met een deel van de met de poedersuiker opgeslagen slagroom.
Leg hier de tweede laag op en bedek die met de morellen en wat geslagen room.
Leg hier de derde laag op en maskeer rondom en bovenop met geslagen room. Versier de taart met chocolade krullen en rozetten geslagen room en garneer met de bigareaux.