Zeef de bloem in een kom, voeg de suiker, de boter, de eieren, het zout, de kaneel, de kruidnagel en het bakpoeder toe en kneed alles goed door elkaar.
Vorm van het deeg een bal en laat die op een warme plaats 1 uur rusten.
Verdeel het deeg dan in 4 gelijke delen.
Bestrooi een houten plank met bloem.
Rol elk stuk deeg uit tot een dikte van ½ cm en snijd er 4 gelijke vormen uit.
Besmeer een vorm met boter en bestuif met wat bloem.
Bak elk stuk deeg afzonderlijk 20 minuten in een voorverwarmde oven.
Leg de taarten op elkaar en smeer tussen elke laag een laag jam.
Glazuur de bovenste laag als volgt:
Meng de poedersuiker, de gemalen amandelen, het citroensap en de kirsch goed dooreen.